Sorting by

×

Regiovorming lokale besturen

Bron: Agentschap Binnenlands Bestuur: FAQ Regiovorming

Hoe maken lokale besturen hun standpunt omtrent de voorgestelde referentieregio’s duidelijk?

De gouverneur bepaalt zelf de wijze waarop hij/zij de feedback van de lokale besturen verzamelt. Het standpunt dat een lokaal bestuur inneemt, kan de vorm aannemen van een gemeenteraadsbeslissing of een collegebeslissing, maar dat is geen vereiste. Als de gouverneur een standpuntinname op papier vraagt, dient het lokale bestuur dat standpunt aan de diensten van de gouverneur te bezorgen. Een kopie bezorgen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur is niet nodig.

De Vlaamse overheid heeft zelf een groot aandeel in de huidige bestuurlijke verrommeling. Zal zij de hand in eigen boezem steken en dus zelf haar verantwoordelijk nemen?

Ja. De Vlaamse Regering engageert zich om alle nieuwe regionale afbakeningen binnen het kader van de referentieregio’s te aligneren. Bestaande regionale afbakeningen volgen een realistisch tijdskader om deze af te stemmen op de referentieregio’s. Ook de Vlaamse sectorale beleidsdomeinen met regionale afbakeningen hebben de vraag gekregen een advies te formuleren over de afbakening van de referentieregio’s.
Gebiedsgerichte projecten en programma’s van de Vlaamse overheid hoeven niet afgestemd te worden op de referentieregio’s in de mate dat ze betrekking hebben op specifieke geografische feitelijkheden. Ook lokale besturen kunnen nog samenwerken met besturen uit andere regio’s rond specifieke geografische feitelijkheden.

Hoe hard zijn de grenzen van de referentieregio’s?

Met de regiovorming willen we de lokale besturen én de Vlaamse en federale overheid aansporen om zo veel als mogelijk samenwerkingsverbanden aan te gaan binnen dezelfde regio. Op die manier kunnen we de huidige verrommeling op de bovenlokale schaal aanpakken en kan de doelstelling gerealiseerd worden om beter transversaal samen te werken rond bovenlokale vraagstukken in de regio. Dit gebeurt stap voor stap, waarbij we oog hebben voor de transitiekost. Lokale besturen zullen in de toekomst nog kunnen samenwerken met lokale besturen in andere regio’s, bijvoorbeeld rond specifieke geografische feitelijkheden.
Ook samenwerking op grotere schaal (bv. tussen 2 of meerdere regio’s) blijft mogelijk.

Gaat het nog mogelijk zijn om samen te werken met een gemeente uit een andere regio?

Ja. Met de regiovorming willen we de lokale besturen aansporen om zo veel als mogelijk samenwerkingsverbanden aan te gaan binnen dezelfde regio.
Lokale besturen zullen in de toekomst nog kunnen samenwerken met lokale besturen in andere regio’s, bijvoorbeeld rond specifieke geografische feitelijkheden. Voorbeelden hiervan zijn een samenwerking:
• tussen kustgemeenten of centrumsteden;
• rond het bovenlokale fietsroutenetwerk;
• binnen het Antwerpse havengebied;
• met Nederlandse of Franse gemeenten.
We bekijken of en hoe we een specifiek statuut kunnen uitwerken voor bestaande samenwerkingen rond specifieke vormen van dienstverlening waarvan de beleidsmatige component minimaal is.

Wat zal er gebeuren met de samenwerkingsverbanden die op een hogere schaal dan de referentieregio’s georganiseerd zijn?

Samenwerking op grotere schaal (bv. tussen 2 of meerdere regio’s) blijft mogelijk.

Hoe bij regiovorming ‘diseconomy of scale’ vermijden en de nabijheid en betrokkenheid bewaken?

In de visie van de Vlaamse Regering hebben de burgemeesters op dat vlak een verantwoordelijkheid. Zij zijn de spil van de regiovorming, zitten in de cockpit. Ze ontmoeten elkaar op een burgemeestersoverleg. Dat burgemeestersoverleg opereert niet in een vacuüm, maar in een samenspel van afstemming en terugkoppeling. De uiteindelijke beslissing wordt steeds binnen de gemeenteraden en/of de colleges van burgemeester en schepenen genomen. Dat is belangrijk voor de democratische legitimiteit van de regiowerking. Een goede wisselwerking tussen het burgemeestersoverleg en de gemeente is een noodzakelijke voorwaarde voor het welslagen van de regiowerking.

Hoe definitief is de keuze voor de ene of de andere regio?

Op basis van de adviezen van de gouverneurs en de Vlaamse sectorale beleidsdomeinen zal de Vlaamse Regering begin 2021 overgaan tot een definitieve afbakening van de referentieregio’s. Die afbakening vormt het startpunt, zowel voor de lokale besturen als voor de Vlaamse overheid, om de eigen samenwerkingsvormen en afbakeningen daarop af te stemmen in een groeitraject. Voor de federale afbakeningen zullen we de dialoog opstarten met de bevoegde federale overheidsinstanties.
In 2023 voorzien we een eerste evaluatie en bekijken we welke stappen er gezet zijn op het vlak van regiovorming, zowel bij de lokale besturen als bij de Vlaamse en federale overheid.

Hoe is het voorstel van referentieregio’s tot stand gekomen?

Het voorstel van afbakening van de referentieregio’s werd geïnspireerd door de gebieden waar vandaag reeds een burgemeestersoverleg plaatsvindt, en de informatie die de in 2012 uitgevoerde regioscreening heeft opgeleverd.

Hoe verhoudt deze oefening zich tot de lopende afbakeningstrajecten van andere Vlaamse ministers?

Nieuwe Vlaamse regionale afbakeningen zullen binnen het kader van de referentieregio’s gealigneerd worden.
 
Hoe verhoudt deze oefening zich tot de lopende afbakeningstrajecten van andere Vlaamse ministers? Zullen zij zich schikken naar de regiovorming?

Hoe zullen lokale besturen en regio’s ondersteund worden om verdere stappen te nemen?

De regio’s zijn geen nieuwe bestuurslaag met een eigen financiering. Ze zijn een afstemmingsniveau. Samenwerken in referentieregio’s vertrekt dus in de eerste plaats van de bestaande middelen die er nu ook ingezet worden.
 
Er wordt wel in een projectmatige ondersteuning voorzien. In de schoot van de VVSG wordt een Labo Regiovorming opgericht, dat drie jaar actief zal zijn. Voor het einde van 2020 zal daarrond een besluit aan de Vlaamse Regering voorgelegd worden. Het labo zal de lokale besturen en de regiowerking ondersteunen. Als het Labo Regiovorming is opgestart, zal er meer duidelijkheid komen over het aanbod en de doorbraakprojecten.

Is er bij het vastleggen van het referentiekader ook versnelde mogelijkheid tot uittreding uit bestaande samenwerkingsvormen zonder eventuele financiële effecten?

Het kader voor verzelfstandiging en samenwerking in het decreet over het lokaal bestuur wordt geëvalueerd. Bedoeling is na te gaan of het wenselijk is het scala aan verzelfstandigings- en samenwerkingsvormen te vereenvoudigen. In deze oefening zal de mogelijkheid tot toetreding tot en uittreding uit samenwerkingsvormen onderzocht worden bij concrete cases. Ook het Agentschap Binnenlands Bestuur zal ondersteunend werken om in concrete cases de juridische en financiële transitie correct af te handelen.

Is het nog mogelijk om over de regiogrenzen heen gemeentefusies op te zetten? Welke regio dan?

Ja. Gemeenten kunnen ook fusioneren als zij tot verschillende referentieregio’s behoren. De fusiegemeente zal dan zelf moeten kiezen bij welke regio zij wil aansluiten.

Kan de deadline voor de adviesopdracht van de gouverneurs op het vlak van de regioafbakening verlengd worden?

De deadline voor de afbakening van de referentieregio’s werd inmiddels verlengd tot midden januari 2021.

Kan een gemeente tot 2 regio’s behoren of moet zij kiezen voor 1 en slechts 1 regio?

Elke gemeente kan slechts tot 1 regio behoren. Samenwerking met gemeenten uit andere regio’s blijft mogelijk, bijvoorbeeld rond specifieke geografische feitelijkheden.

Wat is de relatie tot de provincies?

Referentieregio’s zijn geen nieuwe bestuurslaag. De regio is dan ook geen bijkomend bestuursniveau.
Deze Vlaamse Regering heeft gekozen voor bestuurlijke rust en een constructieve en correcte manier van samenwerken met de provincies. De referentieregio’s doen geen afbreuk aan de huidige bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende bestuursniveaus. Voor de materies waarvoor de provincies vandaag bevoegd zijn, zoals ruimtelijke ordening en mobiliteit, zijn en blijven zij een belangrijke partner.

Wat is het verdere traject voor de afbakening van de referentieregio’s?

Momenteel zijn de lokale besturen aan zet. Zij kunnen feedback geven bij het voorstel van afbakening van de referentieregio’s. De gouverneurs hebben hierbij een faciliterende en coördinerende opdracht en zullen hun advies bezorgen aan de minister, uiterlijk midden januari 2021. Ook de Vlaamse sectorale beleidsdomeinen met regionale afbakeningen hebben de vraag gekregen een advies te formuleren over de afbakening van de referentieregio’s.
Het voorstel van afbakening van de referentieregio’s kan dus nog wijzigen op basis van de input van de lokale besturen en de Vlaamse sectorale beleidsdomeinen, en op basis van de bestaande (regio)dynamieken.

Wat zal er gebeuren met de bestaande federale afbakeningen, zoals de politiezones en de hulpverleningszones?

Voor de federale afbakeningen zullen we de dialoog opstarten met de bevoegde federale overheidsinstanties. Het is de wens van de Vlaamse Regering om ook deze afbakeningen zo veel mogelijk en volgens een realistisch tijdskader af te stemmen op de referentieregio’s.

Wat zal er gebeuren met de samenwerkingsverbanden die op een hogere schaal dan de referentieregio’s georganiseerd zijn?

Samenwerking op grotere schaal (bv. tussen 2 of meerdere regio’s) blijft mogelijk.

Wat zal er gebeuren met gemeenten die samenwerkingsverbanden in meerdere regio’s hebben?

Elke gemeente kan slechts tot 1 regio behoren. De grensgemeenten moeten een keuze maken. De feedback die ze aan de gouverneur zullen bezorgen over hun voorkeur voor de ene of andere regio, zal dus van groot belang zijn. Dit betekent evenwel niet dat gemeenten daarna van de ene dag op de andere uit de samenwerkingsverbanden moeten treden met gemeenten die zich in een andere regio bevinden. We zullen daarvoor een realistisch traject uittekenen waarbij er oog is voor de transitiekost. Voor dit traject zal een ondersteuningsaanbod worden uitgewerkt.

Wat zal gebeuren in referentieregio’s waar verschillende samenwerkingsverbanden met een zelfde doel zijn?

Binnen een referentieregio zijn kleinere samenwerkingsverbanden perfect mogelijk. Het is niet de bedoeling om al die samenwerkingsverbanden op te schalen tot op het niveau van de referentieregio. We gaan uit van het matroesjkamodel (kleine poppetjes passen in de grotere). De werkingsgebieden van de kleinere samenwerkingsverbanden zullen dus op termijn wel moeten passen binnen een referentieregio.
 
Wat zal gebeuren in referentieregio’s waar verschillende samenwerkingsverbanden met een zelfde doel zijn? Moeten die dan fusioneren?

Welke stem hebben de lokale besturen in de regio?

Referentieregio’s zijn geen nieuwe bestuurslaag. De regio is dan ook geen bijkomend bestuursniveau. Het is een overlegmodel, met de burgemeesters als centrale spil. We leggen geen governancestructuur op en gaan uit van de autonomie van de lokale besturen. De manier van samenwerken in een regio hangt samen met de lokale afspraken daaromtrent, zoals die nu al in het burgemeestersoverleg bestaan. Het Labo Regiovorming zal ook hierin ondersteuning voorzien. 
 
Welke stem hebben de lokale besturen in de regio? Is er een verschil tussen kleine en grote gemeenten of steden?

Referentieregio’s zijn geen nieuwe bestuurslaag. De regio is dan ook geen bijkomend bestuursniveau. Het is een overlegmodel, met de burgemeesters als centrale spil. We leggen geen governancestructuur op en gaan uit van de autonomie van de lokale besturen. De manier van samenwerken in een regio hangt samen met de lokale afspraken daaromtrent, zoals die nu al in het burgemeestersoverleg bestaan. Het Labo Regiovorming zal ook hierin ondersteuning voorzien. 
 
Welke stem hebben de lokale besturen in de regio? Is er een verschil tussen kleine en grote gemeenten of steden?

Een van de doelstellingen van de regiovorming is om binnen de nog af te bakenen referentieregio’s de huidige bestuurlijke verrommeling op de bovenlokale schaal aan te pakken. Vlaanderen heeft daar zelf een verantwoordelijkheid in, de lokale besturen evenzeer. Vanuit het Labo Regiovorming zal de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) de lokale besturen hierin stimuleren en ondersteunen. De oprichting van dit Labo zal gebeuren met een besluit dat voor het einde van 2020 aan de Vlaamse Regering voorgelegd zal worden.

Leave your thoughts

Archieven

Categorieën

Werkenbijdegemeente  is een partnersite van: werkenbijdeoverheid